Unconvention Dag 2 – 14 januari 2010 @ Eurosonic/Noorderslag

Panel 1. Remixing the future of music

De tweede dag van UnConvention vond plaats in CBK ofwel De Oosterpoort. In het eerste panel zaten Marco Raaphorst (componist / sounddesigner / blogger), Kristin McGee (Docent Popular Music and American Music; Rijksuniversiteit Groningen), Paul Keller (Kennisland, Creative Commons Nederland) en moderator Lykle de Vries (New Music Labs). Het panel praatte over de werkwijze van auteursrechten in de oude muziekindustrie en de mogelijke relevantie voor vandaag de dag. Er was weinig discussie en veel instemmend geknik, aangevuld met diverse voorbeelden.

Kristin trapt af met een historisch contextueel verhaal over ondermeer het geleidelijk ontstaan van de hebberige muziekindustrie en verwees daarbij naar het vergelijkbare ‘star system’ van de filmindustrie. Paul concludeert dat eigenlijk het distributie probleem nu verholpen is. Marco illustreert deze veranderingen door over zijn eigen werkwijze uit te wijden. Hij verkoopt bijvoorbeeld zijn patches aan Propellorhead door gebruik te maken van Creative Commons licenties. Hierbij gaat het (in tegenstelling tot wat Walter Flapper gisteren vertelde) om een vaststaand bedrag mét een licentie. Hierdoor kan Marco vrij zelfstandig opereren en zijn creaties ook voor meerdere partijen gebruiken. Uiteraard zijn er uitzonderingen en hij noemt bijvoorbeeld de leader die hij maakte voor muziek.nl.

Kristin vervolgt daarna met haar mini-college over het mixen van muziek aan de hand van The Grey Album van deejay Danger Mouse. Ze legt uit hoe betekenissen veranderen wanneer de remix het geheel in een compleet andere context plaatst. Ze benadrukt dat dit wellicht het belangrijkste punt van haar vandaag is: context. Of de context nu een groot bedrijf representeert of verwijst naar een individu, het is een van de belangrijkste factoren in een debat over auteursrechten. Marco knikt instemmend en vult aan dat veel nummers van The Beatles gebaseerd waren op hét bluesschema. Je kun je dan dus oprecht afvragen wat nu het originele werk is? Die blues nummers, die van de Beatles of de remix van deejay Danger Mouse? ‘Toen fotografen kwamen ging men ook anders schilderen’, weet Marco. Ook Paul is het met deze gedachtengang eens en komt met een aantal voorbeelden over Pygmee muziek, deejay Rakim en Dr. Dre.. Vervolgens bekrachtigt hij zijn punt door zich openlijk af te vragen hoe de Beatles – met hun jarenlange alomtegenwoordigheid – nu nog kunnen claimen hoe de consument om moet gaan met het luisteren naar hun muziek. Afsluitend wijst Paul er op dat je als artiest ervoor moet zorgen dat je vindbaar moet zijn, maar niet zomaar al je commerciële rechten moet weggeven.

Panel 2. Zero budget marketing – How to go with the flow with maximum result.

Bij het tweede panel loopt de zaal voor het eerst echt flink vol. Waarschijnlijk ligt dat niet alleen aan het feit dat in de zalen ernaast de panels van Eurosonic op gang beginnen te komen. In dit tweede panel zit namelijk Niels Aalberts. Hij is de manager van Kyteman en de man achter het met een Dutch Bloggie beloonde weblog Eerst Hulp Bij Plaatopnamen. Verder bestaat het panel uit Rense van Kessel (Friendly Fire), Ruth Daniels (Fat Northerner Records) en moderator Rutger Middendorp. Het gezelschap gaat praten over de marketing van artiesten, maar niet alleen over de kosten en het gebruik van sociale media. Ook worden meer ethische onderwerpen aangesneden zoals waar een consument wel en niet op zit te wachten en over gericht promoten en authenticiteit.

Niels gaat direct in op een vraag uit het publiek hoe hij vorig jaar Kyteman bij De Wereld Draait Door kreeg. Hij legt uit hoe een slimme persoonlijke sms-campagne op het juiste moment op Noorderslag vorig jaar een gouden greep bleek. Ruth vult aan hoe belangrijk het voor hun is wanneer de band zelf met projecten en ideeën komt. Hierdoor kunnen zij zich van andere bands onderscheiden en tevens een schare volgelingen krijgen. Zij verhaalt over de totstandkoming van het geinige en indrukwekkende filmpje de Boom Boom Clap van The IronWeed Project. Rense wijst op de laagdrempeligheid die veel projecten vaak hebben. Je zou zomaar twee gasten op straat kunnen laten spelen, het op internet zetten en het kan werken. Een ‘viral’ kan zo ontstaan en snel worden verspreid.

Daarna wijst Niels op het belang van lokaal handelen: “If you can’t persuade your family to go to the wedding of your cousin, you can’t persuade Matthijs van Nieuwkerk.” De statistieken van je website zijn daarom enorm belangrijk om er achter te komen waar je publiek vandaan komt. Ook Rense onderschrijft dit en vult aan dat je geen optredens moet aankondigen bij de fans waar je niet speelt. Wees selectief (lees effectief) in je promotie. Niels: “Tell the story of your band”. Vertel bijvoorbeeld waar je mee bezig bent, hoe het proces van nummers maken verloopt, hoe de opnamen gaan etc. Zo houd je binding met je publiek. Ruth merkt op dat ook bedrijven tegenwoordig steeds meer open staan voor goede ideeën van bands. Met een succesvolle video zoals Boom Boom Clap, kan de band zich bewijzen en bepaalde relaties opbouwen. Een volgende keer zouden ze dan bijvoorbeeld €5000,- voor een nieuwe video kunnen vragen. Niels wijst er op ook weer niet te veel de focus te leggen op het iets krijgen van iemand. Dat is gevaarlijk.

Ondanks dat er op dag één al over MySpace werd gesproken, ontkomt ook dit panel er niet aan het te bespreken. Rense en Ruth vinden het nog steeds een handige site omdat je als boeker altijd weet wat je er aan hebt. De player staat altijd standaard op dezelfde plek. De site is verre van ideaal, maar het is nog steeds een praktische en enigszins overzichtelijk site. Probeer er ook weer niet meer van te maken dan nodig is. Een foto en management- en contactgegevens zijn afdoende. Bij Niels komt er inmiddels stoom uit zijn oren. Bandcamp ziet er veel beter uit (looks fucking amazing). Zeker vanuit het perspectief van een band is het veeeeel beter. Niels is van mening dat je als band je publiek een tool moet geven waardoor zij jou muziek moet kunnen delen met anderen door middel van in één of twee clicks. Daarnaast wees hij al op het belang van statistieken en deze zijn goed aanwezig bij Bandcamp. Alledrie zijn ze het er over eens dat je zoveel mogelijk en overal online aanwezig moet zijn.

Verder tipt Ruth de aanwezigen om zoveel mogelijk e-mail-adressen te verzamelen wanneer je iets weggeeft of verkoopt. Daardoor kun je de locatie van je fans in kaart brengen en dus gericht promoten. Niels wijst er weer op om hier voorzichtig mee te zijn, want voor sommigen kan zoiets juist een obstakel zijn. Misschien vullen ze ook wel valse adressen in. Belangrijk is om in ieder geval een relatie op te bouwen en er geen transactie van te maken. Rense vult aan: ‘Zorg dat je die mensen vervolgens ook wel iets waardevols geeft’. ‘Inderdaad en reageer ook binnen een dag wanneer iemand mailt’ zegt Niels. Houd de prijs verder laag zodat je uiteindelijk meer verkoopt. Dit corrigeert Pim van de Werken meteen vanuit het publiek: ‘Pay what you want werkt veel beter. Wij verkopen hierdoor bij optredens veel meer, ook t-shirts’.  Andrew Dubber beaamt dit en licht nog even snel de resultaten van een bepaald onderzoek toe. Men onderzocht wat er gebeurde wanneer de minimumprijs voor een cd bijvoorbeeld €3,- zou zijn, de maximum €15,- en wanneer geadviseerd werd om €8,- te betalen. Wat bleek is dat gemiddeld €10,- werd betaald. Weer komt Niels met een kritische noot. Met het voorstellen van een minimum bedrag moet je wel oppassen. Dit straalt geen vertrouwen uit naar je publiek en je moet, zoals gezegd, je publiek wel vertrouwen.  Op de vraag wat hij van lidmaatschappen vindt is hij wederom voorzichtig. Je moet namelijk oppassen dat je niet teveel mensen buitensluit, want dat kan weer  averechts werken.

Tot slot de vraag: ‘Wat zou je doen met €500,- marketingbudget?’ Niels is daarover heel duidelijk. Geef het uit aan mensen die al betrokken zijn. Laat anderen vertellen dat jou band te gek is en monitor de informatie van je fans. Verspil niet teveel geld en onthoud dat je (1) een moet verhaal hebben en (2) ook iemand om het te vetellen.

Door de vele tips en scherpe commentaren was dit tweede panel uiteindelijk een van de leukste en meest interactieve van UnConvention.

Panel 3. Andrew Dubber’s Dutch Music Radio Show

De conventie besluit met Andrew Dubber (New Music Strategies blog). In eerste instantie leek de aankondiging in het programmaboekje best interessant: ‘…the unique selling point of a language’. Waarom zetten we een verondersteld nadeel (we kunnen geen Engels…) niet om in een voordeel? Enige tijd voor de conventie riep Andrew via internet op tot een inzameling van de muziek van Nederlandstalige artiesten. Deze worden bij dit laatste ‘panel’ en plein public doorgenomen.

Artiesten die langskomen zijn Dio, De Speeldoos van Torre en Roos, Spinvis, Flux, Grootmeester Jan, Mirco, el Noré, Roosbeef (zij heeft de x-factor ;), Opgezwolle, De Vlakte, Ellen ten Damme, VanKatoen, DuvelDuvel, Marco Raaphorst, The Opposites, De jeugd van Tegenwoordig, Depotax, Flinke Namen, Big2.

Terwijl het meeste publiek inmiddels bij Eurosonic rondloopt, volgen er hier en daar nog wat interessante opmerkingen. Voor hem als buitenstaander, heeft Nederlandse hiphop altijd iets herkenbaars. Hij weet het niet zo goed te omschrijven, maar hoort het vaak wel meteen. ‘De manier waarop spraakpatronen naar bovenkomen geeft muziek iets heel universeels en behoudt tevens iets van het eigen karakter’, vult hij aan. Hij erkent dat het lastig is en een nobel streven om Nederlandstalige muziek een bepaald vooroordeel te ontnemen. Het past echter wel bij de eerder besproken criteria zoals authenticiteit: ‘Het voelt een stuk echter’.

Dat was het dan. De allereerste kleinere conventie die vooraf ging aan het grote geweld van Eurosonic/Noorderslag. Wat mij betreft is de opzet met vlag en wimpel geslaagd. Ik hoop zelfs dat we voor een vervolg niet een jaar hoeven te wachten, maar dat er wellicht elders in het land een nieuwe editie kan plaatsvinden. Ik houd me van harte aanbevolen en hoor het wel wanneer er extra handen nodig zijn.

Alle bovenstaande foto’s zijn gemaakt door Dani’el Van den Berg

The Un-Convention Manifesto

Un-Convention is not about the music industry.

Un-Convention is not about the business of music.

Un-Convention remembers the words business and industry are prefaced by the word music.

Un-Convention celebrates music. It’s purpose is to provide a forum for those of us who work at the grassroots. For artists and musicians that want to understand how to get their music heard and how to practice their craft. For labels who want to champion this music and to spread the word. For people who want to work with music whether they be promoters, publicists or creatives.

Un-Convention understands that the most interesting stuff happens on the margins. We don’t mind the mainstream. We just don’t find it relevant.

Un-Convention is a forum for ideas, for creativity, for shared experiences and knowledge and for seeing and hearing great artists.

Un-convention doesn’t believe in ‘do it yourself’. We believe in ‘do it together’.

Un-Convention is unconventional.

Un-Convention is a not for profit grassroots led music conference for DIY and Independent music makers and companies.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.